INHOUDSOPGAVE


Waarvoor is het delegeren aan een provider bedoeld? 

Bij inzet van een interventie wordt de werknemer begeleid (volgens het gekozen programma) door een coach/trainer/interventionist van de provider. Deze gebruiker moet voor de uitvoering toegang hebben tot het dossier van de werknemer, hetzij door taken uit te voeren, resultaten van interventies te uploaden et cetera. Na afloop van de interventie dient de gebruiker geen toegang meer te hebben. Hiervoor is nieuwe functionaliteit ontwikkeld. Met het geautomatiseerd uitdelen & intrekken van de dossierdelegatie kan worden geborgd dat er toegang is tot het dossier tijdens de interventiebegeleiding, maar vooral dat de toegang na afloop van het traject ook weer wordt ingetrokken. Bijkomend voordeel is dat er hierdoor minder handmatige acties benodigd zijn. 


Hoe werkt deze functionaliteit?

Voor klanten die gebruik gaan maken van deze nieuw te ontwikkelen functionaliteit dient het huidige interventieprotocol te worden gesplitst in 2 verschillende protocollen: 

- Interventie inzet protocol: Trajectsoort waarin de inzet van de interventie wordt uitgevoerd. Binnen dit traject wordt een programma van een provider gekozen en kan, afhankelijk van de inrichting van het proces bij onze klanten, de financiële afwikkeling worden bepaald. 

- Protocol inhoudelijk begeleiding: Trajectsoort waarin de inhoudelijke begeleiding van de interventie of coaching wordt uitgevoegd door de provider. Een traject van dit protocol wordt automatisch gestart zodra de inzet van de interventie definitief is. 

In het traject ‘interventie inzet’ wordt dan een taak ‘Starten interventie’ toegevoegd. Met deze taak kan de interventie definitief ingezet worden, waarna een traject van het standaard protocol voor ‘inhoudelijke interventiebegeleiding’ gestart wordt. Daarna wordt (in situaties waarbij dat mogelijk is) geautomatiseerd de dossierdelegatie toegekend aan de gebruiker van de provider. Bij beëindigen van het traject wordt de dossierdelegatie automatisch beëindigd.


Om het mogelijk te maken dat de dossierdelegatie uitgedeeld kan worden bij het starten van een interventiebegeleidingstraject, moet bekend zijn naar welke gebruiker dit dossier gedelegeerd moet worden. Om dit automatisch te kunnen doen, is een standaard uitvoerder bij een provider of programma nodig (niet verplicht). Als deze niet is vastgelegd voor een programma dat gestart wordt (of voor de provider van dat programma), dan moet deze alsnog handmatig bij het traject gekozen worden.  


Beheer standaard uitvoerder bij interventieprovider/programma

Om het mogelijk te maken dat de dossierdelegatie uitgedeeld kan worden bij het starten van een interventiebegeleidingstraject, moet bekend zijn naar welke gebruiker dit dossier gedelegeerd moet worden. Om dit automatisch te kunnen doen, is een standaard uitvoerder bij een provider of programma nodig (niet verplicht). 

Als deze niet is vastgelegd voor een programma dat gestart wordt (of voor de provider van dat programma), dan moet deze alsnog handmatig bij het traject gekozen worden.

Je kunt per provider kiezen om een standaard uitvoerder toe te voegen. Indien je hiervoor kiest, moet je een keuze maken uit de lijst van geautoriseerde gebruikers die delegaties kunnen ontvangen. Als je niet geautoriseerd bent voor de ingestelde gebruiker kun je de instelling niet aanpassen en ook de gebruiker niet zien. Een niveau lager, op het programma niveau, kan er ingesteld worden of de instellingen van de provider overgenomen worden of dat er een specifieke instelling voor het programma geldt.  


Tevens is er een uitbreiding op het programma overzicht, waar ook de uitvoerder instelling en de standaard uitvoerder per programma te zien zijn.




Beheer standaardprotocol 'Inhoudelijke interventiebegeleiding'

Als je gebruik maakt van van ‘Dossierdelegatie voor providers’ zal in het traject ‘interventie inzet’ een taak ingericht worden voor ‘Definitief inzetten interventie en starten begeleiding’. Met deze taak kan de interventie definitief ingezet worden, waarna een traject van het standaard protocol voor ‘inhoudelijke interventiebegeleiding’ gestart wordt. Om dit traject geautomatiseerd te kunnen starten, is benodigd dat er geconfigureerd kan worden van welk protocol dit traject moet zijn.


Het selecteren van een standaard protocol voor de inhoudelijke interventiebegeleiding is mogelijk, maar niet verplicht. Als je gebruik maakt van de providerboog/interventie module kun je zelf kiezen of je gebruik maakt van het proces voor ‘Dossierdelegatie voor providers’ en de daarvoor benodigde gesplitste protocollen (offertetraject & begeleidingstraject). Als je hiervan gebruik wil maken kun je het standaard protocol voor het inhoudelijke begeleidingstraject inrichten.


Taak 'definitief inzetten interventie & starten begeleiding' en automatisch uitdelen dossierdelegatie

Er is een taak voor definitief bevestigen inzet interventie. Met behulp van deze taak kan vastgelegd worden dat een interventie is ingezet. Vervolgens wordt automatisch een begeleidingstraject van het ingestelde protocol gestart en geautomatiseerd de dossierdelegatie uitgedeeld.  

Vervolgens wordt na afronden van de taak automatisch een interventie begeleidingstraject (van het geconfigureerde protocol) gestart en automatisch een delegatie verstrekt aan de gebruiker van de provider (indien een standaard gebruiker hiervoor is ingesteld in interventiebeheer). 



In het traject ‘Interventie inzet’ zal een taak ‘Starten interventie’ toegevoegd worden als je van deze functionaliteit gebruik willen maken. Met deze taak kan de interventie definitief ingezet worden, waarna een traject van het standaard protocol voor ‘inhoudelijke interventiebegeleiding’ gestart zal worden. Daarna zal (in situaties waarbij dat mogelijk is) geautomatiseerd de dossierdelegatie toegekend gaan worden aan de gebruiker van de provider. Indien de gebruiker geautoriseerd is voor de standaard uitvoerder, word deze getoond. Indien de gebruiker geen autorisatie heeft, dan wordt de tekst ‘Niet geautoriseerd voor inzien standaard uitvoerder’. 

Om deze taken met scherm aan te maken en toe te voegen aan een protocol, dient er eerst in het klassieke beheer een scherm toegevoegd te worden dat leeg is en een naam heeft die herkenbaar is dat het om desbetreffende scherm gaat. Als dit scherm aangemaakt is kan er contact opgenomen worden met onze support service die vervolgens het scherm kunnen vullen door middel van een script te draaien op de database. Wanneer het inrichten van schermen uitgefaseerd is in klassiek beheer kan de beheerder zelf dit scherm vullen. Vervolgens kan er in de taakbibliotheek een nieuwe taak aangemaakt worden en het scherm ‘Interventions Conform And Activate Program’ toegevoegd worden. Deze taak kan vervolgens in het protocolbeheer gekoppeld worden aan het juiste protocol.



Taak 'Dossierdelegatie handmatig uitdelen'

Via de taak ‘Definitief inzetten interventie & starten begeleiding’ kan het interventietraject gestart worden. Het traject wordt gedelegeerd naar de standaard uitvoerder. Het kan voorkomen dat er geen standaard uitvoerder is ingesteld voor de provider en het programma. In dit geval zal er een taak aangemaakt worden in het interventietraject voor ‘Dossierdelegatie uitdelen’. Via de nieuwe taak ‘Dossierdelegatie uitdelen’ kan dossiertoegang handmatig uitgedeeld worden aan de gebruiker van de provider die de begeleiding van de interventie gaat uitvoeren. 



Binnen de taak kan de gebruiker die een dossiertoegang uit gaat delen de trajectdetails inzien, en vervolgens een gebruiker selecteren aan wie hij de dossierautorisatie wil uitdelen. Wanneer deze taak uitgevoerd is zal de gebruiker van de provider toegang hebben tot het dossier. Wanneer het traject afgesloten is, zal de autorisatie ontnomen worden van de gebruiker. Net als bij de taak voor het inzetten en het starten van de interventiebegeleiding, kan deze taak aangemaakt worden in de taakbibliotheek. Het scherm ‘Interventions Delegate program’ kan vervolgens aan deze taak toegevoegd worden. Deze kan vervolgens gekoppeld worden aan het traject.